De sneeuw is hier alweer helemaal verdwenen en officieel is het nog nieteens winter, maar toch zijn handschoenen, mutsen en sjaals momenteel niet weg te denken uit het straatbeeld. Daarom kijken we in deze log naar Máxima's hoeden van vilt. De textielsoort is namelijk hét wintermateriaal bij uitstek.
Er zijn niet veel dingen ouder dan de weg naar Rome, maar vilt behoort zeker bij de uitzonderingen. Al in de tijd van het Oude Egypte werd vilt vervaardigd en wie het procéde van de textielsoort leert kennen, begrijpt meteen waarom. Wol heeft namelijk van nature de eigenschap om onder invloed van warmte, druk en vocht te veranderen in een samenhangend materiaal. Wol heeft namelijk schubben en wanneer vezels langs elkaar schuren én de schubben zijn tegengesteld gericht, dan haken ze in elkaar. Probeer het maar eens uit door een nat stukje wol een paar dagen op de binnenkant van de zool van je schoen te leggen. Je zult zien dat er vanzelf een soort van vilt ontstaat, tenzij je de hele dag met je benen omhoog gaat zitten. In oude tijden waren ze hier dus ook al achter gekomen en daarom wordt vilt al eeuwenlang gebruikt voor het vervaardigen van kleding en met name hoeden. Vanwege de structuur kan vilt namelijk uitstekend gebruikt worden voor driedimensionale vormen.
Proces
Door de eeuwen heen is het procéde van vilt uiteraard langzaamaan gewijzigd en ook de kwaliteit is er aanzienlijk op vooruit gegaan. Maar hoe wordt hedendaags vilt gemaakt? Voordat hier een antwoord op kan worden gegeven, moet eerst het verschil tussen haarvilt en wolvilt duidelijk zijn. Zoals de naam al verklapt is haarvilt gemaakt van dierenhaar, en wolvilt van schapenwol,dat eventueel gemengd kan worden met kamelenhaar of angora.
Het proces van de twee viltsoorten begint verschillend. Bij haarvilt worden de haren van een haas of konijn allereerst behandeld met beits om het proces te voorspoedigen. Wol heeft immers schubben die zorgen voor vervilting, maar de haren hebben dat van nature niet. Omdat alleen de lichtere haren geschikt zijn voor het vervaardigen van vilt, worden de zware haren voor aanvang van het vervilten zorgvuldig gescheiden van de lichtere. Vervolgens worden de geselecteerde haren onder invloed van vacuüm gelijkmatig om een soort kegel verdeeld en bewerkt met heet water. Zo onstaat een zwakke en grote cloche (hoed met neerwaarste rand) of capeline (hoed met rechte en brede rand), die in de verste verte nog niet lijkt op een chique vilthoed. Bij wol gaat het iets anders in zijn werk. Het proces van wolvilt start met een schoonmaakbeurt. Vervolgens gaat het wol door een machine, waarna het er als een dun, kwetsbaar, maar ook samenhangend geheel uit komt rollen. Ook dit wordt vervolgens om een mal heen gewikkeld, zodat er een basis ontstaat voor een toekomstige vilthoed.
En dan?
In de tweede fase wordt het haarvilt of wolvilt in wording opgestoomden onder druk heen en weer gerold. Enige voorzichtigheid is hierbij wel vereist, want een te ruwe behandeling is funest voor de textielsoort. Doordat wol van nature de eigenschap heeft om te krimpen doordat de schubben in elkaar haken, worden de hoeden in wording tijdens dit proces beduidend kleiner en daardoor automatisch ook steviger. Denk maar aan een wollen trui die met 90 graden wordt gewassen. Iedereen die dit een keer is overkomen, weet waar ik op doel. Sorry dames en heren, ik ben geen voorbeeldige huisvrouw 😉
Na de tweede fase is het tijd voor het échte vervilten, ook wel vollen genoemd. In een machine met rollers worden de cloches geperst, gewalst en bewerkt met kokend water en zuur. Zodra fase 3 klaar is, is het meeste werk achter de rug. Klaar zijn de cloches en capelines echter absoluut niet. Zo moeten ze nog worden geverfd, voor een laatste keer geperst en over een mal getrokken worden voor een mooie vorm. Ook moet het vilt al naar gelang nog worden bijgeschuurd of bijgeknipt, want lang niet iedereen zit te wachten op langharig vilt. Maar welke viltsoorten zijn er eigenlijk?
Mogelijkheden
Grofweg zijn er vier verschillende soorten vilt te onderscheiden. Allereerst het kortharige vilt, dat ontstaat door het vilt te schuren. Volgens Elizabeth van der Helm, die het boek Hoeden heeft geschreven, wordt deze soort ook wel 'antilope' genoemd. De tweede soort die veel wordt gebruikt, heet veloursvilt. Fabienne Delvigne vertaalt dit naar fluweelvilt. Zo omschrijft de modiste het materiaal van Máxima's rode flaphoed als 'rood fluweelvilt'. Een andere viltsoort die in Máxima's hoedencollectie voorkomt, heet melusine. Hierbij worden de haren tot ongeveer 1 centimeter opgeschoren, waardoor een soort mohair-effect onstaat. Een voorbeeld hiervan kregen we te zijn tijdens het staatsbezoek aan Frankrijk. Last but not least is er ook nog een viltsoort met lang en opstaand haar, maar die heb ik nog niet bij Máxima teruggezien.
Máxima
En dan is het nu tijd voor wat beeld van Máxima met vilthoeden.
Máxima met een flaphoed van rood fluweelvilt.
Máxima met een pillbox van melusine.
Vilt, vilt en nog eens vilt: